- 500 gr bakkeljauw
- 1 kg verse cassave
- 1 Madame Jeanette peper
- 1 ui
- 2 teentjes knoflook
- 2 tomaten
- 2 el tomatenpuree
- halve limoen
- snuf suiker
- paar takjes selderij
1. Kook de bakkeljauw ongeveer 15 minuten om de vis te ontzouten. Spoel vervolgens goed af in een vergiet onder de kraan. ‘Pluk’ de vis vervolgens wat uit elkaar.
2. Schil de cassave. De kaasschaaf is hierbij je vriend. Snij de cassave in lange repen om ze vervolgens als dikke Vlaamse frieten te snijden. Kook de cassave in ruim kokend water voor ongeveer 20 minuutjes (zelf even op gaarheid controleren. Het voelt in je mond aan als een soort romige, kruimige aardappel). Giet af.
3. Snij -tijdens het koken van de cassave- de ui en tomaat in kleine blokjes. Hak de selderij en teentjes knoflook fijn. Hak de Madame Jeanette peper fijn (verwijder eventueel de pitjes en zaadlijsten). Was je handen goed na het fijnhakken van de peper! Als je dat niet doet, adviseer ik je om niet in je ogen te wrijven of -als man zijnde- staand te plassen. Ik meen het.
4. Zet je frituurpan aan op 170°C (of verhit zonnebloemolie in een wok).
5. Verhit een scheutje zonnebloemolie in een koekenpan en bak de ui, peper en knoflook even kort aan. Na een minuutje (of twee) voeg je de tomatenblokjes- en puree toe. Snuf suiker erbij en even goed roeren, zachtjes laten sudderen. Voeg nu de bakkeljauw toe.
Weer even goed roeren. Pers er een halve limoen over uit.
Roer. Laat paar minuutjes zachtjes pruttelen. Voeg als laatste de fijngehakte selderij toe.
Proef. Breng eventueel op smaak met zout & peper. Klaar.
Frituur de gekookte cassave nu een paar minuutjes in de hete olie (tot gewenste kleur/knapperigheid).
Frituur de gekookte cassave nu een paar minuutjes in de hete olie (tot gewenste kleur/knapperigheid).